Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC21-045 20 december 2021

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC21-045 
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 9 december 2021
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting  : 17 december 2021
Datum uitspraak  : 21 december 2021

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klaagster] (klaagster)

[patiëntenvertrouwenspersoon] (PVP)

 

[verweerster] (verweerster)

[verweerster 2] (AIOS)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[lid 1] (psychiater)  `

[lid 2] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

  1. Dwangmedicatie
  2. Medische controles en handelingen

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 9 december 2021 een klacht ontvangen inzake medicatie en medische controles en handelingen die betrekking hebben op die medicatie als onderdeel van de verplichte zorg. Op 10 december 2021 zijn partijen uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 15 december 2021 per mail naar betrokkenen gezonden.     

De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 17 december 2021. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 22 december 2021 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.      

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht en toelichting klacht;

-           Verweerschrift;

-           Aanzeggingsbrieven d.d. 1-9-2021 en 2-12-2021;

-           Medische verklaring en bevindingen GD d.d. 16-11-2021;

-           Zorgplan en zorgkaart d.d. 24-6-2021;

-           Zorgplan en zorgkaart d.d. 12-11-2021;

-           Beschikking RB zorgmachtiging d.d. 19-7-2021;

-           Rapportage vpk periode 1-9-2021 t/m 10-12-2021;

-           Decursus periode 1-9-2021 t/m 10-12-2021;

-           Brieven ikv verplichte zorg 8.3 overig;

-           Behandelplan d.d. 1-9, 30-9, 21-10 en 2-12-2021;

-           Evaluaties behandelplan d.d. 30-9, 21-10 en 2-12-2021.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat klachten tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klachten hebben betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 22 december 2021.

 

Feiten

Het betreft een [leeftijd] jarige vrouw bekend met een paranoïde psychotische stoornis en somatische klachten waaronder (ernstige onbehandelde) diabetes, veel gewichtsverlies en (ernstig) beperkt visus. Op 1 september is klaagster opgenomen in [locatie] op basis van een zorgmachtiging. Op 19 juli 2021 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden.                    

 

Standpunten van partijen

Klaagster voelt zich overvallen in de thuissituatie voorafgaand aan de opname. Ze werd over straat gesleept met blote voeten en hierdoor heeft ze wonden aan haar benen opgelopen. Zij begreep de opname niet omdat ze zich niet herkent in de diagnose. Ze is nooit psychotisch geweest aldus klaagster, en nu zou dit opeens het geval zijn? Ze heeft jarenlang les gegeven vertelt ze. Klaagster kan de opname en de behandeling op zich wel accepteren. Ze geeft aan minder angstig te zijn na opname nu ze de behandelaren en medewerkers heeft leren kennen en vertrouwen heeft gekregen. Ze klaagt met name over de bijwerkingen van de Haldol die zich bij haar manifesteren in heftige tremoren waardoor klaagster moeite heeft met thee drinken en soep eten.

PVP vult aan dat het misgegaan is in het appartement van de vader van klaagster. Volgens klaagster zijn er spullen gestolen en eist dat dit justitieel onderzocht wordt. Daar is nog niets mee gedaan. PVP is aanwezig geweest bij een gesprek met de Geneesheer Directeur (GD). In dat gesprek werd ook duidelijk dat er verschil van inzicht is: klaagsters beleving van de diefstal wordt door de GD geduid als psychotische belevingen terwijl klaagster aangeeft dat dit werkelijk is gebeurd.  

 

Verweerster licht ter zitting toe dat klaagster is opgenomen nadat er overlast was in haar eigen woning en in het appartement van haar vader na diens overlijden. Klaagster schreeuwde thuis en in het appartement van haar vader en was ervan overtuigd dat er dieven waren die spullen meenamen. Er werd door behandelaren ernstige verwaarlozing geconstateerd en een psychotisch toestandsbeeld met wanen. Klaagster was sterk vermagerd, had wonden op haar lichaam en als gevolg van verwaarloosde diabetes was haar gezichtsvermogen/visus enorm aangetast. Een gedwongen opname volgde en er werd gestart met Haldol. Vanwege de hoge suikers was het instellen op Haldol complex.

Verweerster geeft aan dat er nog steeds sprake is van een psychotisch toestandsbeeld. De angst kan soms toeslaan op de afdeling en dan is klaagster erg argwanend naar anderen. Ze is bang dat iemand haar kamer betreedt en spullen meeneemt. Ze wil dan dat de dieven worden berecht en zegt zelf geen medicatie nodig te hebben. Naast de Haldol is ook andere medicatie toegediend. Nadat er sprake was van toename van tremoren is dit gestaakt. De Haldol is toen verder opgehoogd van 3 mg naar 3,5 mg. Ook dit veroorzaakte meer tremoren. Daarom is het voorstel van verweerder nu om over te stappen naar aripiprazol. Het 8.9 formulier is hiervoor opnieuw uitgereikt. Verweerster bevestigt dat er sprake is van verplichte zorg vanaf de opname.  

 

Op vragen van de commissie antwoordt klaagster dat de wonden op haar benen zijn veroorzaakt door het zonder handschoenen behandelen van haar vaders wonden. Daarna kreeg ze zelf plekjes op haar benen die ze vervolgens open heeft gekrapt. Ze heeft wel hulp gevraagd aan de huisarts maar die heeft niet adequaat gehandeld aldus klaagster. Ze is blij dat tijdens haar opname is ontdekt dat ze suikerziekte heeft. Het trillen van de handen is momenteel minder vertelt klaagster. Het feit dat ze soms argwanend is op de afdeling verklaart ze vanuit de diefstal in het appartement van haar vader. ‘Ik schrik dan als er iemand mijn kamer binnenloopt. Ik ga zelf ook niet naar de kamer van een buurman’, aldus klaagster.

Klaagster geeft ter zitting aan dat ze akkoord kan gaan met andere medicatie met minder bijwerkingen als de dokter aangeeft dat het nodig is. Ze wil graag opknappen. Verweerster ziet hier een wisselend beeld. Klaagster kan het ene moment akkoord zijn maar een volgend moment in de contramine.

PVP benoemt dat het voor klaagster niet duidelijk is welk gedrag van haar is toe te schrijven aan een psychose en vraagt verweerster dit te specificeren.

 

Verweerster benoemt tijdens de zitting dat het toekomstperspectief voor klaagster nog onduidelijk is. Het is ingewikkeld omdat er zowel psychische als somatisch beperkingen aan de orde zijn. De hoop is dat het zicht van klaagster zal verbeteren en dan moet duidelijk worden of ze weer zelfstandig kan wonen. De beleving van behandelaren is dat er al lang sprake is van psychoses. Er is geen steunsysteem. Vader in voorjaar overleden. Via bemoeizorg is een kennis opgespoord. Die kennis denkt ook dat klaagster al gedurende langere tijd psychotisch gedrag vertoont. Als de visus slecht blijft is zelfstandig wonen sowieso geen optie aldus verweerster.  

 

Op vragen van de commissie antwoordt verweerster dat er sprake is van ernstig nadeel in de vorm van maatschappelijke teloorgang, de lichamelijke toestand van klaagster en overlast in de thuissituatie.  

Verweerster is van mening dat klaagster gedurende de hele opname niet wilsbekwaam is geweest ten aanzien van de anti psychotische medicatie. De voorzitter constateert dat dit niet terug te lezen is in het medisch dossier. Verweerster benadrukt dat klaagster geen ziektebesef en –inzicht heeft en dus niet wilsbekwaam is.

Ten aanzien van de evaluaties van de verplichte zorg constateert de commissie dat deze niet terug te vinden zijn in de aangeleverde stukken. Wel zijn er evaluaties van de behandeling ingediend bij het verweer. Verweerster benoemt dat hierin automatisch de verplichte zorg meegenomen wordt maar het wordt niet specifiek beschreven. Wel zijn er periodieke overleggen met de GD betreffende de verplichte zorg. Een verslag hiervan wordt opgenomen in de decursus aldus verweerster.  

 

In de slotronde vraagt de PVP of er actie in ingezet voor vertegenwoordiging van klaagster. Er is inderdaad recent een mentor en bewindvoerder aangewezen. Het lijkt erop dat dit door 1 persoon zal worden uitgevoerd. PVP constateert dat klaagster niet wilsonbekwaam is verklaard. ‘Soms wat angstig op een afdeling is niet zo gek als je opeens je visus kwijt bent’ aldus PVP. Verweerder is van mening dat de angst veel verder gaat dan dat. Het klopt dat de visus problemen niet helpen bij het opknappen van de psychose maar in haar gedrag zien behandelaren wel degelijk psychotische kenmerken. Zo lijkt het ter zitting dat klaagster met alle somatische handelingen akkoord gaat maar in de praktijk is er voorafgaand sprake van veel achterdocht. Ze vertoont verzet bij afspraken en weigert bijvoorbeeld onderzoek naar haar brein en longen terwijl dit wel nodig wordt geacht door behandelaren. Ook weigert ze afspraken bij de wondpoli. Er is altijd veel inspanning nodig voorafgaand aan de gerealiseerde acties. Ook de hoorzitting heeft veel spanning veroorzaakt vertelt verweerster. Klaagster realiseerde zich niet dat ze een klacht had ingediend.

Klaagster beaamt dat ze vaak niet meewerkt en verklaart dit met reden dat ze het nut van een scan of röntgenfoto niet inziet. Ze wil op een andere manier verder herstellen.

 

Tenslotte geeft verweerster aan dat niet vastgesteld kan worden of de verbetering in het toestandsbeeld een op een veroorzaakt wordt door de toegediende medicatie. Een andere omgeving brengt ook rust.  

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] jarige vrouw, met een diagnose psychotische stoornis en diabetes. Klaagster herkent zich niet in de gestelde diagnose psychotische stoornis. Zij klaagt over de verplichte medicatie met antipsychotica (haloperidol), de medische controles en andere medische handelingen voor zover deze te maken hebben met het gebruik van antipsychotica. Klaagster klaagt over de bijwerkingen, met name over het beven en trillen van haar armen.

Klaagster bestrijdt dat er sprake is van een psychiatrische aandoening, zij (en haar overleden vader) zijn slachtoffer van diefstal en bedrog. Daardoor is zij angstig. Klaagster wil geen medicatie omdat dit haar beperkt in haar functioneren. Verweerder geeft aan dat klaagster op vrijwillige basis geen zorg accepteerde. Klaagster werd, vanuit haar vervuilde woonlocatie, in een zorgelijke toestand opgenomen. Klaagster ging moeizaam akkoord met enkele somatische behandelingen in het ziekenhuis voor haar diabetes, wonden en slecht zicht. Met enige drang is haloperidol ter behandeling van haar psychotische stoornis toegediend. Verweerder is in overleg met klaagster om de medicatie te wijzigen naar Aripiprazol, wat minder tremoren geeft als bijwerking. De beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 01-09-2021 en d.d. 02-12-2021 zijn uitgereikt en besproken met klaagster. Er is voorafgaand ingezet op het motiveren van klaagster om medicatie vrijwillig te nemen naast de behandelopties die zijn aangeboden.

 

Wat betreft deze formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hieraan zijn gesteld.

 

De commissie ziet de medische noodzaak van de antipsychotica, de medische controles en andere medische behandelingen om de ernstige nadelen voor klaagster te beperken. De behandelingen zijn passend gezien de ernstige zelfverwaarlozing en het toestandsbeeld van klaagster. Dit maakt dat de drie klachten ongegrond zijn.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de drie klachten ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

Aldus besloten te Wolfheze, 21 december 2021

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5